Molenhuijs reparatiewerk

17 juni 2025

‘De molen draait als een zijdje’, zegt William Arens, een van de twee molenmakers die wekenlang tijd, aandacht en energie besteedden aan onze bijna 500 jaar oude Waarlandsmolen. Ik dacht een afwijking door zijn Zaanse accent te horen, maar het was toch echt het verkleinwoord van zijde. De molen, jullie molen, klinkt zijdezacht, verduidelijkt Arens. Geen gebonk, geen gekras. We luisteren, de noordenwind drijft de wieken aan, en het is inderdaad als het geluid van een naaimachine. De kolossale machine, de bovenkruier van 1530, loopt als een zonnetje.

Zo begon de laatste werkochtend van de twee molenmakers die namens onderhoudsbedrijf Remco Jonker wekenlang bezig waren met het mooi en strak maken van onze Waarlandsmolen. Naast William Arens werkte aan de Hoebelaan 9 een echte molenaar, Joris Zandbergen. Hij woont en maalt de molen aan de Westerweg, recht tegenover het bedrijventerrein van Heerhugowaard. Zandbergen kijkt uit over het Oosterdel, met de restanten van het duizend-eilandenrijk.

Zijn molen werkt nog. Ze vijzelt. Een keer werd hem de laatste jaren gevraagd water te lozen op het boezemwater van het kanaal Alkmaar-Kolhorn. De gewone gemalen konden het in die periode van wateroverlast niet aan. Het was een mooie opdracht voor de jonge vent die met een bootje oversteekt naar zijn woonmolen. ‘Ik word nooit verrast met onverwacht bezoek’, stelt hij vast.

Molenhuijs reparatiewerk

Zandbergen zou maar wat graag zien dat de molen van Waarland in het water werd gezet. Zo was het vroeger. Toen de Waarlandse polder werd leeggemalen door de Waarlandsmolen. Twintig jaar geleden waren er plannen om dat te bewerkstelligen. Er zou een kerf worden gemaakt in het kanaal, een doorsteek in de dijk bij Stoop Groenvoorziening. Een brede vaart, met eilandjes voor kostbare villa’s, werd de toegang tot onze molen. Het zag er op presentaties idyllisch uit. Het ging niet door, dat hemelbestormen. Het was luchtfietserij.

Mooi zou het al zijn, zeggen de twee als zij aan de schaft zitten in de polderkamer, als die bomen aan de Hoebelaan worden gekapt. Wilgen, dat zou beter zijn. Nu pakken de hoge bomen veel te veel wind weg om de molen optimaal te laten draaien. Vroeger werd stevig de hand gehouden aan de vrije ruimte rond een molen. Wij dachten aan een cirkel van 150 meter. Arens en Zandbergen zeggen dat het om 500 meter zou gaan. Zelfs de Wulframkerk staat goed draaien dan in de weg.

In de polderkamer, oud-blauw en met een luikje om de sigarenrook te laten verdwijnen, gaat het over Noord-Hollandse molens. Arens vertelt dat hij vanuit Westzaan over Alkmaar naar zijn werk in de Noordkop rijdt en dat hij dan na terugkeer thuis zeker twintig molens heeft gezien. Het begint met de Veldmuis, via de Pauw, die van familie Piet in Alkmaar, de Oudorper molens, twee in de Langedijk, een op Verlaat en als hoogtepunt de Schermer molens, waar hij lange tijd heeft gerestaureerd.

‘Dan besef je opeens hoeveel molens hier wel niet staan’, zegt Arens die net zijn kwasten heeft neergelegd. En dan te weten dat er vroeger in het vlakke land onder NAP (Nieuw Amsterdams Peil) een veelvoud aan molens heeft gestaan. ‘In de Zaan hebben ze heel wat exemplaren in de kachels opgestookt. Dat waren molenslopers’, zegt Zandbergen.

Na het reparatiewerk aan de wieken, roeden, voorzoom en heklatten, was het veel schilderwerk, met ouderwetse teer, een product dat in Nederland niet meer verkocht wordt maar onder voorwaarden door specialisten als molenmakers nog gebruikt mag worden. Arens: ‘Je kent het gezegde bij ons in de Zaan: hoe giftiger het materiaal, hoe beter voor je bootje.’

De uit België gehaalde teer is uiterst sterk. Arens zegt dat een aangebrachte teerlaag (op hout) twintig jaar ferm standhoudt. De gebruikte kleuren zijn verder gifblauw (om de vliegen te verjagen), monumentgroen en West-Fries groen (met een hint van lichtblauw). Het zijn voorgeschreven kleuren die de molen sieren.

Molen en ingewanden (behandeld door de nieuwe molenaar Kees Francis) zijn weer op orde. Want het meisje stond er slecht bij, zeggen de mannen. Ik vertel de anekdote dat IW3, de Waarlandse spektakelmakers, ooit het plan hadden lid Ton Bos in de wiek vast te binden en dan rond te draaien. Of dat wel had gekund, zo’n stunt? Wel zeker, zegt Arens. De latten en planken zijn uiterst solide, van traag groeiend lariks. Molenaars klimmen immers ook de wieken in, om de zeilen te reven dan wel te hijsen.

Dan gaat de molen op de vang. De wieken worden stilgezet, de koffie wacht. Binnenzittend is het ‘aanhouden’ (een koe vang je, een molen houd je aan) weer voorbij, eten Joris en William hun broodje, terwijl door het vierkante raam elke seconde de slagschaduw van de rondgaande wieken om de aandacht vraagt. ‘Ze draait als een zijdje’, zegt William nog maar een keer. Als een zonnetje, beamen wij.

John Volkers, secretaris Molenhuijs.

Deel dit bericht

tech: dodo.nl | design: studioviv.nl | fotografie: cre8fotografie.nl